HomepageBiografieBoekenAgendaBestelContact www.degeus.nl
 
  Inhoud

Gebaseerd op de briefwisseling tussen Leo (vanuit New York) en zijn vrouw Céline (vanuit Gent).

In 1890 heeft Leo Céline teruggebracht naar Gent, waar ze wil bevallen. Ze zal er twee jaar verblijven met hun dochter Jenny omdat er geen geld is voor de overtocht  naar New York.

Het is uw schuld dat ik hier alleen zit. Welke vrouw laat zijn man achter, zonder familie, zonder vrienden, in een eindeloos eenzame stad? En waarom vraagt ge in elke brief om geld? Ge weet dat ik het niet heb. En waarom hebt ge een telegram gestuurd? Weet ge hoe lastig dat dat voor mij is?

Ge hebt mij zelf weggestuurd, Léon. Het was niet mogelijk om in New York met zijn tweeën te leven, laat staan met zijn drieën. Toen ik terugwilde naar Gent dacht ik alleen aan ons kind. Ik wilde dat het levend geboren werd en dat het niet zou overlijden aan de armoede bij u. En tijdens de hopeloze terugreis dacht ik voornamelijk aan uw geluk en uw toekomst. Bij uw belangwekkende onderzoekingen naar emulsies voor fotopapier moest ik u niet in de weg lopen, dat hebt ge mij herhaaldelijk gezegd. Uw verwijten zijn oneerlijk. Voor uw moeder waart ge haar grote afgod, zij heeft u altijd uw nurksigheid vergeven. Ik houd ook van u, maar die slechte eigenschap dient u toch te veranderen. Voor uw kind hebt ge de plicht om het goede voorbeeld te geven. U verwijt mij mijn kinderachtigheid en daar werk ik aan. Werkt gij om uw nurkse ongeduld kwijt te geraken. Alleen uw goede eigenschappen moet ge bewaren.

Ik houd van u met heel mijn leven, het meesterwerk van onze liefde ligt hier in een wiegje te slapen. Ge weet niet hoe gelukkig ge zult zijn als ge haar ziet, als ge haar op uw knieën zult zetten om met haar te spelen, als ze uw grote neus zal vastpakken en zal kraaien van plezier. Vooral voor haar heb ik geld nodig, om haar te voeden en om haar te verzorgen. Dat ge van mij vraagt dat ik terug in het huis van mijn vader ga wonen, dat nooit. Als het in New York niet lukt om beter werk te vinden, kom dan terug en zoek hier werk als scheikundige in een fabriek. Daar is ook genoeg mee te verdienen, maar geef mij niet de schuld als het niet goed gaat. Ge moet niet weer de chagrijnige Léon zijn van een paar weken voor ons huwelijk, ik wil de goedhartige man terug van onze huwelijksreis. Veel courage, Léon. En uw kind heeft wel uw neus, maar het is geen echt grote neus, die hebt gij ook niet.

In de volgende brief had Leo beter nieuws. Ge herinnert u professor Chandler nog? Hij werkt aan de universiteit voor de farmacie-afdeling. Als ik erom vraag, mag ik zijn laboratorium gebruiken. Misschien kan ik hem helpen bij zijn onderzoek naar het conserveren van etenswaren. Hij heeft al te veel jonge mensen zien sterven door voedselvergiftiging, zegt hij. Ik wil graag met hem werken. Hij is aimabel en onbaatzuchtig. Hij zegt dat ik zeer getalenteerd ben. Als gij dat tegen mij zegt, denk ik, het is gewoon Céline die het zegt, maar als deze professor zoiets zegt dan betekent het heel veel. Hij heeft mij in New York voorgesteld aan de andere scheikundeprofessoren van de Columbia University, onder wie enkele coryfeeën. Zulke vindt ge in heel Europa niet. Amerika is het land waar ge moet zijn. Ik moet er trouwens niet aan denken om terug te keren naar dat benauwende Gent, tussen het flamingantisme en de pastoors, waar ze eerst vragen wat uw vader doet vooraleer ze beslissen of ze nog verder met u praten. Hier zijn de mensen direct en zakelijk. Het bevalt me. Ik kom niet terug.

TERUG NAAR: BOEKEN - DE GROTE DROOM VAN LEO BAEKELAND